Wat Dieren Gelukkig Maakt

Kooivrije omgeving voor vleeskuikens: legkippen volgen in 2036

In Vlaanderen worden momenteel geen vleeskippen in kooien gehouden. Wel leven er ongeveer 3,3 miljoen leghennen in verrijkte kooien. Deze situatie zal echter veranderen in 2036, wanneer een verbod op het houden van leghennen in verrijkte kooien van kracht wordt.

46,4 miljoen dieren

37,6 miljoen vleeskippen
3,3 miljoen leghennen

__

Vlaanderen huisvest een populatie van 37,6 miljoen vleeskippen.[1] Deze populatie omvat eendagskuikens, vleeskippen en vleeskuikenouderdieren, die allemaal in kooivrije systemen leven.[2]

In de leghenindustrie huisvesten 51 bedrijven momenteel ongeveer 3,3 miljoen leghennen in verrijkte kooien.[3] Dit systeem staat echter op het punt te veranderen. Vanaf 1 januari 2036 zullen alle kooisystemen voor leghennen – inclusief verrijkte kooien en kooisystemen voor ouderdieren – verboden zijn volgens de Vlaamse Codex Dierenwelzijn.[4]

Dierenwelzijn in kooien is ontoereikend

De overgang van kooi- naar kooivrije systemen voor leghennen is gebaseerd op het inzicht van de Vlaamse wetgever dat het welzijn van leghennen in kooien onvoldoende gewaarborgd kan worden. De Toelichting bij de Vlaamse Codex Dierenwelzijn licht dit toe:

“De intensifiëring van de landbouw heeft geleid tot het houden van meer dieren per eenheid oppervlakte. Zo werden in de pluimveesector leghennen gehouden in legbatterijen. Die legbatterijen zijn, in uitvoering van de Europese Richtlijn 1999/74/EG van 19 juli 1999 ‘tot vaststelling van minimumnormen voor de bescherming van legkippen’, sinds 2012 verboden in de hele Europese Unie. Sindsdien stapten pluimveehouders over op verrijkte kooien, scharrel- of volièresystemen (al dan niet met vrije uitloop).

Kooien laten echter niet toe om een voldoende niveau van dierenwelzijn te bereiken. Dit wordt ten gronde toegelicht in het rapport van de EFSA (d.i. de European Food Safety Authority), aangenomen op datum van 14 december 2022 en gepubliceerd op datum van 21 februari 2023, met als titel ‘Welfare of Laying Hens on Farm’, hetwelk concludeert: “house all birds in non-cage systems”, hetgeen in het Nederlands wordt vertaald als: *“alle leghennen moeten in niet-kooisystemen worden gehouden.” Deze aanbeveling is gebaseerd op de volgende conclusie vermeld in het rapport: “In cage systems, laying hens experience the highly relevant welfare consequences ‘inability to perform comfort behaviour’, ‘inability to perform exploratory or foraging behaviour’ and ‘restriction of movement’. In non-cage systems, these welfare consequences were ranked slightly relevant.”. Vertaald naar het Nederlands: “In kooisystemen ervaren leghennen de zeer relevante welzijnsgevolgen ‘onvermogen om comfortgedrag te stellen’, ‘onvermogen om verkennend en foerageergedrag te stellen’ en ‘beperkingen qua bewegingsvrijheid’. In niet-kooisystemen, zijn deze welzijnsgevolgen slechts enigszins relevant.”

Daarom voert de Vlaamse Codex Dierenwelzijn (artikel 22 samengelezen met artikel 86,4°) een geleidelijk afschaffing van kooisystemen voor kippen in. Het verbod is van toepassing op leghennen en ouderdieren, met uitzondering van kippen die om medische redenen geïsoleerd moeten worden. Tijdelijke afzondering of compartementalisatie van specifieke dieren blijft toegestaan, evenals het gebruik van etages in open volièresystemen.

Het verbod gaat voor bestaande bedrijven in op 1 januari 2036 (artikel 86,4° van de Vlaamse Codex Dierenwelzijn). Deze termijn biedt pluimveehouders voldoende tijd om de nodige aanpassingen door te voeren en de bedrijfsvoering aan te passen.

[1] Vleeskip is een algemene term voor kippenrassen die specifiek voor vleesproductie worden gekweekt. Braadkippen, een specifiek type vleeskip, kenmerken zich door snelle groei, hoge vleesopbrengst en een korte kweekcyclus van zes tot zeven weken. Voor actuele cijfers over het aantal braadkippen in Vlaanderen, raadpleeg het Jaarverslag van Dierengezondheidszorg Vlaanderen raadplegen (2023, p. 7).
[2] Volgens Tom Van den Bogaert van het Vlaams Agentschap voor Landbouw en Visserij worden vleeskippen en hun ouderdieren in Vlaanderen niet in kooien gehouden. Dit is de norm in Europa voor eendagskuikens en vleeskippen. Er is echter één uitzondering: de ouderdieren van vleeskippen worden in Europa meestal wel in kooien gehuisvest. Deze informatie wordt bevestigd in het EFSA-rapport ‘Welfare of Broilers on Farm’ (14 december 2022, p.3, 14, 25-26).
[3] A. De Grande et al. hebben een rapport opgesteld over de economische gevolgen van het uitfaseren van verrijkte kooien (‘Economische impactberekening van uitfasering verrijkte kooien’).
[4] Artikel 22 in samenhang met Artikel 86,4° van de Vlaamse Codex Dierenwelzijn bepalen:
– Artikel 22: “Kippen in legkippenhouderijen of opfokbedrijven worden niet ondergebracht in kooisystemen. De Vlaamse Regering kan de modaliteiten hiervan bepalen en kan in flankerende maatregelen voorzien. In afwijking van het eerste lid geldt het verbod, vermeld in het eerste lid, niet voor dieren die om medische redenen afgezonderd moeten worden.”
– Artikel 86, 4°: “Dit decreet treedt in werking op 1 januari 2025, met uitzondering van: (…) 4° artikel 22, dat in werking treedt op 1 januari 2036. In afwijking hierop,treedt het artikel in werking op 1 januari 2025 voor die houderijen die voor 1 januari 2036 hun bestaande kooisystemen willen vervangen dan wel voor de eerste maal kooisystemen in gebruik willen nemen en waarvan tegelijkertijd de omgevingsvergunningaanvraag hiervoor niet ingediend werd voor 14 juli 2023, behoudens voor aanpassingen die het dierenwelzijn ten goede komen.”
[5] Na de Tweede Wereldoorlog (OSTA-opmerking).
[6] De overgangsperiode voor het uitfaseren van verrijkte kooien staat ter discussie. Meyrem Almaci stelde voor om de deadline te vervroegen naar 2028, maar dit werd niet aangenomen. Hoewel de Europese Commissie het burgerinitiatief ‘End of the Cage Age’ steunt en strengere regels plant in de toekomst, is proactief handelen mogelijk. Wallonië heeft al een voorbeeld gesteld door 2028 als deadline vast te leggen in de Waalse Codex Dierenwelzijn (Amendement nr. 18, Artikel 22, ingediend op 17 april 2024, 2030 (2023-2024, Nr. 3).
[7] De Memorie van Toelichting bij de Vlaamse Codex Dierenwelzijn stelt dat de overgangsperiode is afgestemd op de afschrijvingstermijn van de huidige installaties. Dit betreft de levensduur en waarde van de in gebruik zijnde verrijkte kooisystemen.
Bedrijven die vóór 1 januari 2036 hun kooisystemen vervangen of voor het eerst gebruiken, en die geen omgevingsvergunningen hebben aangevraagd vóór 14 juli 2023, moeten vanaf 1 januari 2025 voldoen aan Artikel 22. Meer details zijn te vinden in de Vlaamse Codex Dierenwelzijn, Memorie van Toelichting bij Artikel 22 (2030 (2023-2024) 1).